-
1 Stunde
Stunde〈v.; Stunde, Stunden〉♦voorbeelden:in einer Dreiviertelstunde, in drei viertel Stunden • (a) in drie kwartier (tijd); (b) over drie kwartierzu früher Stunde • vroeg (in, op de morgen)eine knappe Stunde • een uurtje, een klein uur〈 formeel〉 zu später, vorgerückter Stunde • laat (op de dag, avond)alle zwei Stunden • om de twee uurer kam auf, für eine Stunde vorbei • hij kwam een uurtje langsum diese Stunde • rond dit uurStunde um Stunde • uur na uurunter einer Stunde • in minder dan een uurvor einer Stunde • een uur geledenzu dieser Stunde • op dit uurenglische Stunden nehmen • Engelse les volgen3 zu gelegener Stunde • te gelegener ure, tijdseine große Stunde war gekommen • het grote ogenblik was voor hem aangebrokenin letzter, zwölfter Stunde • te elfder urejemandes letzte Stunde hat geschlagen, ist gekommen • iemands laatste uur heeft geslagenzur selben Stunde • terzelfder ure, op hetzelfde momentbis zur Stunde • tot nu toe, tot op het momentzu jeder Stunde • te allen tijde, altijdzur Stunde • op dit, het ogenblik -
2 jeweilig
jeweilig1 van een gegeven, bepaald ogenblik, van dat ogenblik ⇒ heersend; (des)betreffend, respectief♦voorbeelden:1 der jeweilige Kurs • de koers van de dag, de dan geldende koersdie jeweilige Mode • de heersende mode -
3 von Stund an
von Stund an -
4 zu
zu1〈 bijwoord〉1 te2 dicht, gesloten♦voorbeelden:zu viel (des Guten) • te veel (van het goede)ich krieg zu viel! • nou ben ik het zat!zu wenig • te weinig¶ mach zu! • schiet op!————————zu2〈voorzetsel + 3〉1 〈 van plaats〉aan, bij, in, naar4 〈m.b.t. tot hoeveelheden, aantallen〉met, voor5 〈 in verbindingen〉met, op, voor♦voorbeelden:zu Hause • thuisGasthof ‘Zur Krone’ • hotel-restaurant ‘De Kroon’zu Wasser, zu Lande und in der Luft • te land, ter zee en in de luchtzur Rechten • aan de rechterhandzu Boden fallen • op de grond vallenzum Arzt, Bahnhof gehen • naar de dokter, het station gaanzu Tisch gehen • aan tafel gaanzur Tür hinausgehen • de deur uitgaanZucker zum Tee nehmen • suiker bij, in de thee nemendieses Hemd passt zu der Hose • dit hemd past bij de broekzu allem Ja sagen • op alles ja zeggensich zu jemandem setzen • bij iemand gaan zittendie Nacht vom Freitag zum Samstag • de nacht van vrijdag op zaterdagzu Weihnachten • met Kerstmiszur Zeit Luthers • ten tijde, in de tijd van Lutherzurzeit, 〈 oude spelling〉zur Zeit ist das Wetter schön • op het ogenblik, momenteel is het mooi weerzu Fuß • te voetzu hunderten, Hunderten • met honderden tegelijkdas Kilo zu zwei Mark • twee mark de kilozum zweiten Mal • voor de tweede keerSpielstand zwei zu eins • stand 2-1zum größten Teil • voor het grootste deelzu dritt • met z'n drieënzum Scherz • voor de grapzu diesem Zweck • met dit doelzu Geld kommen • aan geld komenzu Wort kommen • aan het woord komen————————zu3〈 voegwoord〉1 te♦voorbeelden:da ist nichts zu machen • daar valt niets aan te doen
См. также в других словарях:
Micha Marah — (* 26. September 1953 in Turnhout, Flandern, eigentlich Aldegonda Leppens) ist eine belgische Sängerin sowie Radio und Fernsehmoderatorin. Inhaltsverzeichnis 1 Biographie 2 Diskographie 2.1 Alben … Deutsch Wikipedia
Battle of Overloon — Part of World War II Date 30 September–18 October 1944 Location Overloon, Netherlands Res … Wikipedia